‘We staan aan de rand van de afgrond en iedere seconde op het podium telt’

Opeens rolt Patricia Kopatchinskaja uit beeld en draait haar hotelkamer ondersteboven: haar telefoon is op de grond gevallen. „Het kwam door de banaan”, legt de Moldavische sterviolist uit, tijdens een videogesprek vanuit haar hotelkamer in Oslo. Ze toont de constructie waarop ze haar telefoon had geïnstalleerd: een ronde voorraadbus met daarbovenop een rijpe banaan. Bij Kopatchinskaja (1977), die vanwege haar vindingrijkheid, durf en spelvreugde een van de bijzonderste musici van onze tijd is, lijkt zo’n voorval al snel een metafoor.

Komend weekend is Kopatchinskaja – ook wel ‘PatKop’ – volop te bewonderen in De Doelen in Rotterdam, waar een minifestival rond haar persoon plaatsvindt. Ze treedt op met Camerata Bern, het ensemble waarmee ze als ‘artistic partner’ al jaren intensief samenwerkt. „Het is heel bijzonder om met vrienden het podium te delen”, zegt Kopatchinskaja, die even geestdriftig en meeslepend spreekt als ze speelt. „Zij begrijpen mij, we spreken dezelfde taal. Met mij zijn het wilde dieren geworden.”

Op het programma staan onder meer Schuberts Der Tod und das Mädchen en Schönbergs Pierrot lunaire, dat Kopatchinskaja zelf zingt. Op zondagavond gaat haar nieuwste project in première, een multimediale voorstelling rond Haydns Sieben letzten Worte. Op zaterdag geven Kopatchinskaja en Camerata Bern een openbare masterclass aan studenten van verschillende Nederlandse conservatoria. Ook wordt de film die ze maakten van Kurt Schwitters’ Ursonate vertoond.

Muziek uit de achttiende, negentiende en twintigste eeuw: dat is misschien niet wat je verwacht van Kopatchinskaja. Ze heeft een reputatie als bevlogen voorvechter van eigentijdse muziek, met talloze premières op haar naam. „Moet je je voorstellen dat een wetenschapper iedere dag hetzelfde experiment herhaalt – dat is toch saai? Het is mensen eigen om nieuwe dingen te willen ontdekken”, zegt Kopatchinskaja. Nieuwe muziek is in haar ogen niet iets voor eens in de maand – een uitzondering waar je vervolgens heel ingewikkeld over doet – maar iets voor iedere dag.

Vrije geest

Ze noemt een voorbeeld uit de concerten die ze in de dagen rond het interview speelt in Oslo, onder meer met het Oslo Philharmonisch Orkest van dirigent Klaus Mäkelä, de aanstaand chef van het Concertgebouworkest: „Gisteravond voerden violist Pekka Kuusisto en ik duetten uit. Ik had een nieuw duet voor ons gecomponeerd, dat we live voor het eerst speelden, zonder voorbereiding. Dat kon, want Pekka leest muziek alsof hij de krant leest. Zulke musici hebben we nodig, met zo’n vrije geest, die niet bang zijn om telkens weer iets nieuws proberen.”

Aan specialisatie heeft ze dan ook een broertje dood: „Nonsens, het is belangrijk dat wij musici álles doen. Oude muziek én nieuwe muziek.” Het liefst naast elkaar, zoals op haar recente cd rond de Amerikaanse componist George Antheil, wiens werk ze effectief combineerde met dat van de modernisten John Cage en Morton Feldman én met Beethoven.

In het Scherzo van Beethovens Vioolsonate nr. 7 laat ze haar viool op een onorthodoxe maar verrukkelijke manier ‘lelijk’ klinken.

Ik had een nieuw duet gecomponeerd dat we live voor het eerst speelden, zonder voorbereiding

Kopatchinskaja: „‘Subito forte’ – het staat gewoon in de partituur! Dat is Beethovens zwarte humor, hij doet het raam open, hoort het lawaai buiten en gooit het raam weer dicht. Het had overigens nog wat voeten in de aarde, want de geluidsman koos aanvankelijk een nettere take. Nadat ik de eerste mix gehoord had, belde ik hem op en zei: nee, je moet die víeze take gebruiken!”


Lees ook
recensie van het album waarop Kopatchinskaja Beethoven ‘lelijk’ laat klinken

Kopatchinskaja heeft lef en de juiste antenne

Verwacht in Rotterdam dan ook geen ‘gewone’ uitvoering van Schuberts Der Tod und das Mädchen. Niet alleen bewerkte Kopatchinskaja het strijkkwartet voor strijkorkest, ze vlecht ook uiteenlopende andere muziekstukken tussen de delen door, bijvoorbeeld van de moderne meester György Kurtág.

Peesontsteking

Ook het lied waarop Schubert zijn gelijknamige kwartet baseerde, komt langs, gezongen door Kopatchinskaja zelf, in de vrijzinnige ‘Sprechgesang’-stijl die ze zich heeft eigengemaakt om Schönbergs Pierrot lunaire te kunnen uitvoeren. Toen ze vanwege een peesontsteking in haar arm maandenlang geen viool kon spelen, stortte ze zich op die partituur, met verbluffend resultaat: „Het werkt, juist omdat ik géén geschoolde zanger ben”, zegt ze.

Het tekent het gulzige kunstenaarschap van Kopatchinskaja, die haar eigen plan trekt en niets moet hebben van ingesleten gewoontes. De tijd dat ze als virtuoze solist de grote romantische vioolconcerten uitvoerde, ligt dan ook achter haar, zegt ze: „Ik moest de concerten van Glazunov en Dvorak spelen om toegang te krijgen tot het grote podium. Nu ben ik oud genoeg om te doen wat echt belangrijk is. Elke seconde op het podium telt. Wij zijn geen mausoleum, maar een levende speeltuin. We leven nu, in een wereld die smelt. Die boodschap moeten we blijven verkondigen.”

Nergens is haar engagement duidelijker, komend weekend, dan in het project rond Haydns Sieben letzten Worte. Hiervoor werkte Kopatchinskaja samen met videokunstenaar René Liefert, die stomme video’s maakte over de relatie van verschillende inheemse bevolkingsgroepen met de aarde. Kopatchinskaja: „We staan aan de rand van een afgrond en alles hangt af van onze volgende stap. Misschien vinden we een oplossing. Maar als dat niet lukt, moeten we op z’n minst proberen waardig ten onder te gaan. Zoals de musici aan boord van de Titanic: doorspelen tot het einde.”

Festivalweekend PatKop. 21-23 oktober. De Doelen, Rotterdam. Info: dedoelen.nl